Opboksen tegen de toekomstige inflatie

Opboksen tegen de toekomstige inflatie

Het onderwerp inflatie is veel in het nieuws tegenwoordig. Doordat er wereldwijd door Centrale Banken en overheden van alles wordt gedaan om de economie te ondersteunen, is er een record aan geld in omloop. In Amerika is zojuist een steunpakket gelanceerd ter waarde van 1.900 miljard dollar. 

Ook in Europa kennen we enorme programma's om de boel draaiende te houden. En daarmee stijgen ook de zorgen voor inflatie. Immers, meer geld dat dezelfde goederen en diensten najaagt zal onherroepelijk leiden tot een stijging in prijzen. Hoe zit dat en moet jij je zorgen maken?

En, laat ik voorop stellen dat ik geen econoom ben, dus neem alle informatie hieronder meer als de mening van een financiële blogger dan als voldongen feiten.

Wat is inflatie

Op de website van de Europese Centrale Bank kunnen we lezen: “Men spreekt van inflatie bij een brede stijging van de prijzen van goederen en diensten, en dus niet wanneer alleen maar afzonderlijke producten in prijs stijgen. Bij inflatie kunt u dus minder kopen met een euro. Of anders gezegd: bij inflatie is een euro minder waard dan ervoor.”

Dus, prijzen stijgen en elke euro koopt hierdoor minder producten en diensten. Tot zover duidelijk, denk ik.

Inflatie eet jouw spaargeld op

Het is iedereen bekend dat we tegenwoordig niet of nauwelijks rente meer krijgen op ons spaargeld. De rente op jouw spaargeld ligt daarmee dus lager dan de inflatie. Hiermee kunnen we stellen dat zolang jij spaart en de inflatie hoger is dan de rente op jouw spaargeld, dat je met sparen aan koopkracht verliest.

Voorbeeld
Stel dat je 10.000 euro op een spaarrekening hebt staan tegen 0% rente. En dat de inflatieverwachting voor de komende jaren gemiddeld 2% is. Dan lever je elk jaar minimaal 10.000 x 2% = 200 euro aan koopkracht in. Anders gezegd: volgend jaar koop je met jouw 10.000 euro voor nog slechts (10.000-200) 9.800 euro aan goederen en diensten. Het geld op jouw spaarrekening verliest dus elk jaar koopkracht.

Nominale waarde versus reële waarde

Nog altijd zie je over vijf jaar een bedrag van €10.000 op jouw spaarrekening staan. Dit bedrag noemen we de nominale waarde. Dus het lijkt op het eerste gezicht alsof er niets aan de hand is. Tienduizend euro is nog steeds tienduizend euro.

Maar omdat je met die €10.000 over vijf jaar niet langer hetzelfde kunt kopen als vandaag, moeten we ook de reële waarde bekijken. Jouw €10.000 heeft in dit voorbeeld in vijf jaar (afgerond) zo'n €1.000 aan koopkracht verloren. Oftewel: je koopt over vijf jaar 10% minder goederen en diensten met jouw 10.000 euro.

Waar spaar jij voor?

Dat is voor veel mensen schrikken. Dat was het ook voor mij, toen ik de werking van inflatie begon te begrijpen. Maar op zich is dit natuurlijk nog geen reden tot paniek. Want ook al verliest jouw geld een hoop koopkracht, het gaat erom wat je van plan bent met dat geld. Is het geld bedoeld om noodgevallen op te vangen? Of ben je bijvoorbeeld aan het sparen voor een huis, bruiloft of “gewoon voor later”?

In het geval van “noodgevallen” is het hebben van spaargeld natuurlijk heel relevant en doet de inflatie er eigenlijk niet toe. Althans, dat is mijn mening. Want wanneer je ineens voor hoge rekeningen komt te staan en die direct moet betalen, zal het minder belangrijk zijn wat de inflatie of koopkracht op dat moment is. Dat nood-geld stelt je in staat om niet in de financiële problemen te komen. En dat is meer waard, dan “het voorkomen van koopkracht-verlies”.

Anders is het wanneer je spaart voor “later”. En dat later kan zich bijvoorbeeld vertalen in het sparen voor iets waar je van droomt. Een boot, auto, scooter, huis, bruiloft, noem het maar op. In dat geval is het belangrijk om na te gaan hoe lang het nog duurt voordat je die droom wilt verwezenlijken. Is dat bijvoorbeeld twee jaar in de toekomst, dan zal de inflatie waarschijnlijk nog wel meevallen. Maar is dat tien of vijftien jaar in de toekomst, dan heb je hierboven gezien dat de inflatie op dat moment de koopkracht van jouw spaargeld al aardig aan het opeten is.

Verschillen in inflatie

Inflatie is dus de stijging van het algemeen prijspeil. De mate van inflatie wordt in onze wereld gemeten door de zogenoemde consumentenprijsindex, afgekort met CPI. Deze index geeft de stijging of daling van het algemeen prijspeil weer. Met andere woorden: liggen de prijzen in een periode hoger of lager dan in een andere periode? Dit meten ze door de prijzen van een selectie aan producten en diensten te bekijken en deze in een pakketje te stoppen, zodat we een gemiddeld prijspeil kunnen meten.

Consumentenprijsindex (CPI)

Met het CPI cijfer heb je dus het algemene prijsniveau van een mandje aan producten en diensten. Welke producten en diensten hierin meegenomen worden, legt het Centraal Planbureau voor de Statistiek als volgt uit:

“Tot het pakket goederen en diensten behoren onder andere voedingsmiddelen, duurzame goederen zoals huishoudelijke apparaten en auto’s, energie en woningdiensten (huren), en een aantal overheidsdiensten. Ook consumptiegebonden belastingen, waaronder motorrijtuigenbelasting en gemeentelijke heffingen zoals rioolrecht, maken deel uit van de CPI. De basisverzekering voor medische zorg maakt geen onderdeel uit van het bereik van de CPI, maar de aanvullende verzekeringen voor ziektekosten zijn wel opgenomen in de CPI.”

De verwachte inflatie, waarmee wij weten wat we in de toekomst nog voor een euro kunnen kopen, wordt dus gebaseerd op een aantal producten en diensten.

Bij de berekening van de gemiddelde stijging van de prijzen wordt aan de prijzen van producten (goederen en diensten) waaraan we meer geld uitgeven (zoals elektriciteit) meer gewicht toegekend dan aan de prijzen van producten waaraan we minder geld uitgeven (bijvoorbeeld suiker of postzegels).

Ok, dus het gaat om een handjevol producten en diensten. En waar we geacht worden meer geld aan uit te geven, weegt zwaarder mee dan waar we minder geld aan uitgeven. Tot zover duidelijk denk ik.

Producten en diensten buiten de CPI

Maar, hier wringt nu juist de schoen en gaat bij mij altijd een belletje rinkelen. Niet ALLE producten en diensten worden meegenomen in de berekening van het CPI cijfer. Als het inflatiecijfer iets zegt over onze toekomstige koopkracht (en dus de toekomstige prijzen van producten en diensten) dan is het wel belangrijk om te realiseren dat wat jij en ik in de toekomst willen kopen, misschien niet meegenomen wordt in die berekening. En dus hoger of lager kan uitvallen dan de algemene inflatie.

Op de website van het CBS is te vinden dat het CPI cijfer de afgelopen jaren ergens tussen de -0,2% en 3% heeft gelegen. Dit zijn maandelijkse schommelingen, maar we kunnen het in zijn algemeenheid bekijken. Uit de grafiek kun je opmaken dat bijvoorbeeld nog voor de corona-crisis het CPI lag tussen de 2% en 3%.

Wat mij betreft is dit het belangrijkste punt van aandacht: waar jij hard voor werkt, om in de toekomst te kunnen kopen, wordt wellicht niet meegenomen in de inflatievoorspellingen. Je spaart immers niet voor een kilo avocado's of een tank benzine. Wel voor dingen als een studie voor je kinderen of een huis bijvoorbeeld. Neem die laatste: de algemene huurprijzen van huizen worden meegenomen in het CPI cijfer, maar prijzen van koopwoningen weer niet.

En anders dan bij het kopen van een pak melk of liter benzine, is een koophuis of een bruiloft wellicht juist iets waar je geld voor wegzet door te sparen en beleggen. En zijn dat soort grote toekomstige (spaar)doelen juist heel erg belangrijk om mee te nemen bij het bepalen van jouw persoonlijke inflatieverwachtingen.

Prijzen koopwoningen en inflatie

Laten we dit voorbeeld van koophuizen eens pakken. Volgens een rapport van de Rabobank van 15 maart 2021, zijn de huizenprijzen de afgelopen periode met minimaal 7% per jaar gestegen. En de verwachting voor 2021 is nog hoger, namelijk 8%. Dit percentage is een gemiddelde en kan zodoende natuurlijk hoger of lager liggen, op basis van de stad waar jij nu woont of in de toekomst naar wilt verhuizen.

Deze prijsstijging van koophuizen ligt dus vele malen hoger dan het eerdergenoemde mandje aan producten en diensten en wordt niet meegenomen in de berekening van dat CPI cijfer en dus de inflatie-verwachtingen. Maar het is wel degelijk een vorm van inflatie. Immers, elk jaar worden huizen duurder. Oftewel, elk jaar heb je meer euro's nodig om hetzelfde huis te kunnen kopen. Leuk als je al een huis hebt, maar minder fijn wanneer je van plan bent een huis te gaan kopen. Dus als iemand zegt: “de inflatie is maar 2%, dus je gaat er niet echt hard op achteruit”, dan neemt die uitspraak niet mee waar jij of iemand anders werkelijk geld voor opzij zet.

Overige voorbeelden van inflatie

Inflatie, en dus prijsstijgingen vind je overal. Ook in producten en diensten waar jij misschien niet direct aan denkt. Grondstoffen bijvoorbeeld. Alles dat wij kopen is vervaardigd uit grondstoffen. Bijvoorbeeld:

  • Hout voor meubels
  • Staal in de bouw van onze huizen
  • Koper voor de bedrading in (elektrische) auto's
  • Nikkel in het vervaardigen van roestvrij staal voor je keuken
  • Zilver in bijvoorbeeld spiegels en batterijen
  • Etc

Wij zien vaak alleen de stijging van prijzen in het eindproduct. Een duurdere auto, keuken, pannenset, tuinmeubelen en ga zo maar door. Maar wie zich echt verdiept in inflatie-statistieken en een kijkje in de toekomst wil nemen, bestudeert de veranderingen in de prijzen van grondstoffen. Omdat het namelijk altijd even duurt voordat producten hun hele proces hebben doorlopen, van grondstof tot halfproduct tot eindproduct. Wanneer er een stijging te zien is in de prijs van grondstoffen (naast o.a. loonkosten, transportkosten, etc) gaat deze stijging onherroepelijk doorberekend worden in de uiteindelijke prijs van het eindproduct – zoals jouw droomkeuken.

De inflatie volgens het CPI “mandje” versus de werkelijke inflatie buiten het mandje

Jouw inkomen en inflatie

Hoe zit het dan met ons inkomen? Want het zou toch logisch zijn dat ons inkomen ook meegroeit met de verwachte inflatie? Want hoe overleef je anders? Vaak wordt dat ook gedaan. Wel is dit afhankelijk van verschillende factoren natuurlijk. In welke bedrijfstak je werkt, wat je functie is, of jouw bedrijf onderdeel is van een CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) etc etc.

Maar stel nou, in het meest gunstige geval, dat jouw salaris elk jaar meegroeit met het officiële inflatie-cijfer. Dan kun je dus stellen dat jij in dat geval de komende jaren met jouw salaris dezelfde producten en diensten kunt blijven kopen die in het mandje zitten van de CPI. Leuk, fijn. Dan kun je dus jouw boodschappen blijven doen en heb je ook de komende jaren warm stromend water thuis.

En, daarbij aangenomen dat de producten en diensten die nu meegenomen worden in de berekening van het CPI cijfer, straks ook nog in dat mandje zitten. Want, zo blijkt, verandert dit nog wel eens. Soms gaat er iets uit en dan komt er een ander product of dienst voor in de plaats.

Maar, misschien wil je meer dan alleen kunnen blijven betalen voor jouw dagelijkse leven? Wellicht dat je in de toekomst dus een huis wilt kopen. Of een mooie reis wilt maken. Wanneer de prijzen van jouw geplande aankoop de komende jaren harder stijgen dan jouw inkomen / salaris, dan wordt het knap lastig om op te boksen tegen deze trend. Daar kun je, afhankelijk van jouw salaris-verloop, niet tegenop werken – zo lijkt het.

umentenprijzen, de prijs van koopwoningen en andere producten en diensten, is er ook nog een vorm van inflatie die je terugvindt bij beleggingen en investeringen. Dit noemen we “asset inflation”.

Zodra er (net als nu het geval is) heel veel geld in de wereld tegen de plinten aan klotst en slimme mensen zich beginnen te beseffen dat er wel eens een hoge inflatie aan de horizon kan verschijnen, vluchten ze in beleggingen.

Aandelen, indexfondsen, edelmetalen, crypto's, onroerend goed – alles wat maar in potentie in prijs kan stijgen. En liefst in beleggingen die harder zullen stijgen dan de consumentenprijzen. Want dan wordt je er beter van. Dan kun je met jouw beleggingen in de toekomst meer producten en diensten kopen dan nu het geval is.

Dat mensen beleggen om er beter van te worden en vermogen op te bouwen is natuurlijk niet verrassend. Maar sinds wij geen spaarrente meer ontvangen, zijn steeds meer mensen gaan beleggen. Want van sparen wordt je niet rijker, zoals ik aan het begin van dit artikel heb laten zien.

Wat wel nieuw is, is dat de afgelopen jaren de beurzen record na record blijven zetten, ondanks dat veel bedrijven geen winst maken en de economie er op dit moment wereldwijd slechter voor staat dan voor de corona-crisis.

Bron: NU.nl

De aandelenmarkt versus de economie

Hoe kan het dan dat beleggingen het goed blijven doen, terwijl de economische vooruitzichten niet heel positief zijn? Want, is de waarde van een bedrijf op de beurs niet gerelateerd aan de winstresultaten en toekomstperspectieven van zo'n bedrijf?

Ja en nee. Ja, hoe het gaat met een bedrijf en hoe de vooruitzichten zijn, bepalen doorgaans een groot deel van de koers van het aandeel van het betreffende bedrijf. Maken ze verlies en ziet het er in de toekomst niet veel beter uit, dan verliezen beleggers vertrouwen en daalt de prijs van het aandeel. En vice versa.

Nee, want er is op dit moment iets anders aan de hand, waardoor deze “traditionele” (of: logische) waardebepaling voor diverse bedrijven en sectoren niet geheel meer opgaat. Twee dingen eigenlijk:

  1. Goedkoop geld
  2. Vlucht uit valuta

Goedkoop of gratis geld

Aangezien de rente zo verschrikkelijk laag is nu, kunnen bedrijven en particulieren heel goedkoop geld lenen. In sommige gevallen, wanneer je een hele grote speler bent, zelfs tegen 0% rente of zelfs negatieve rente (je krijgt dan geld toe). Gratis geld dus. Je leent 10 miljoen euro en je betaalt over tien jaar de lening af, zonder rente.

Dan klinkt lekker, maar het wordt nog gekker. Doordat de verwachte inflatie hoger ligt dan de historisch lage rente op leningen, neemt de waarde van die lening alleen maar af. Ingewikkeld? Zie het als wat het geld doet op een spaarrekening. Over tien jaar is 10 miljoen euro in werkelijkheid nog maar 8 miljoen waard, aan koopkracht. Zo werkt het bij een lening ook, alleen dan in het voordeel van de lener.

Dus, bedrijven en veel vermogende mensen lenen op dit moment bij alsof hun leven er vanaf hangt. Met de wetenschap dat ze nauwelijks rente betalen en dat de inflatie ervoor zal zorgen dat het geld dat ze later terugbetalen, nog maar een fractie waard is van wat het nu vertegenwoordigd. Hoe groter en invloedrijker het bedrijf of instelling, hoe beter de voorwaarden (en dus ook de voordelen) van een lening.

En wat doen ze dan met dat goedkope of gratis geld dat ze lenen? Daar kopen ze hun eigen aandelen mee terug of investeren het op andere manieren. Alles erop gericht om met dat gratis geld van nu, meer geld in de toekomst te kunnen genereren, tegen nagenoeg geen kosten.

Wil je weten hoe het terugkopen van aandelen, door bedrijven, de aandelenmarkten omhoog stuwen? Dan raad ik je aan om onderstaande video in z'n geheel te kijken (⏱ 20 min).

Vlucht uit valuta

Slimme meurt wanneer er in een korta (dollar/euro's) worden gecreëerd uit het niets, om de economie te ondersteunen en hiermee draaiende te houden. De waarde van elke euro en dollar zal hierdoor snel afnemen. Dus niemand wil zijn euro's of dollars heel lang vasthouden, alsof het een brandende tennisbal is die je zo snel mogelijk ergens heen wilt gooien. Want, vandaag kun je er misschien iets van kopen, volgend jaar koop je er al mogelijk (veel) minder mee. Hoe langer je in euro's of dollars zit, hoe groter de kans dat je een “waardeverliezend middel” in handen hebt. En dat wil je niet.

Waardevermindering van een euro door “bijdrukken” van geld uit het niets
Stel dat je in een dorp woont met tien mensen. In totaal hebben jullie in dat dorp een hoeveelheid geld van 1.000 euro. Iedereen heeft 100 euro. En daarmee koop je van elkaar goederen en diensten om een leuk leven te hebben. Je voorziet elkaar van diensten, producten en inkomen. Een mooie micro-economie dus. 

Beeld je eens in dat er op een dag iemand besluit om 1.000 euro bij te drukken. Dan zijn er negen mensen met 100 euro en één persoon met 1.100 euro. 

En niet alleen dat, maar ineens is er 2.000 euro in omloop binnen deze micro-economie. Er is twee keer zoveel geld beschikbaar voor dezelfde goederen en diensten in het dorp. En daarmee is dus de koopkracht van elke euro gehalveerd. Of anders gezien: iedereen gaat nu zijn prijzen verdubbelen, want er is twee keer zoveel geld in omloop. En iedereen doet hieraan mee, want diegene die het niet doet, eindigt uiteindelijk met minder geld dan hij mee begon. En de rest wordt rijker. 

“Maar niemand accepteert toch zomaar dat er zoveel geld bijgedrukt wordt en de waarde van ieders geld daarmee vermindert”?

Ja hoor, dat doen we allemaal. De Centrale Banken en overheden doen dit al vele decennia en we hebben er niet zoveel over te zeggen. Je hebt het er – zogezegd – maar mee te doen.

Je wilt dat goedkope of gratis geld namelijk zo snel mogelijk aan het werk zetten door te investeren in assets die in waarde stijgen, niet dalen. Daarom zie je nu een enorme vlucht ontstaan naar alles wat de Centrale Banken en overheden niet kunnen bijdrukken: aandelen, goud, zilver, kunst, antiek, oldtimers, juwelen, onroerend goed, bitcoin en ga zo maar door. Alles wat maar op z'n minst z'n waarde zal behouden in tijden van mogelijk oplopende inflatie.

Het is een vlucht uit geld, want geld verliest elke maand z'n waarde / koopkracht. Koop je nu nog voor 121 dollar een aandeel Apple? Dan is de kans groot dat als we zo doorgaan, je over een maand alweer 125 euro voor datzelfde aandeel Apple betaalt. Krijg je daarmee een “beter” aandeel? Nee. En koop je nu het huis van je buren voor €500.000? Ook hier is de kans groot dat iemand volgend jaar voor precies hetzelfde huis zo'n €25.000 meer mag betalen.

Belastingen en inflatie

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de belastingen. Want waar komt al dit nieuwe geld vandaan en hoe moet dit uiteindelijk terugbetaald worden? Een van de manieren van overheden om meer geld in het laatje te brengen, om alle stijgen kosten te kunnen financieren, is in de vorm van belastingen. Belastingen voor zowel bedrijven en particulieren.

En omdat we nu meer geld de wereld in hebben geslingerd dan ooit tevoren (ja: zelfs meer dan in oorlogstijd), is het aannemelijk dat overheden in de komende jaren eerder meer belasting zullen willen innen dan minder. Wat als volgende jaren de loonbelasting met een paar procent stijgt en jij hierdoor netto minder te besteden overhoudt, terwijl jouw bruto salaris niet evenredig meegroeit met deze belastingstijging? Kun jij je dat veroorloven? Niet dat je een keuze hebt, maar het is goed om even bij de mogelijkheid stil te staan.

Of, zoals veel partijen in Nederland op de agenda hebben staan, gaat de vermogensbelasting omhoog. Want, handig, we beleggen met z'n allen een stuk meer dan vroeger. Dus daar valt ook meer belasting op te verhalen dan voorheen.

Belastingen zijn namelijk gewoon een vorm van inflatie. Het gaat dan niet om producten en diensten die duurder worden, maar om een vermindering van jouw besteedbare inkomen, om die producten en diensten te kunnen betalen. En helemaal tricky wordt het natuurlijk, wanneer er hogere inflatie is EN de belastingtarieven gaan omhoog. Dan snijdt het mes aan twee kanten, wat door menig van ons toch gevoeld zal worden in de portemonnaie.

De oplossing voor inflatie

Ok, die stijgende inflatie door enorme hoeveelheden nieuw geld is nu duidelijk. Maar inflatie is niet een nieuw fenomeen. We hebben in de afgelopen 100 jaar al meerdere malen periodes gehad van (zeer) hoge inflatie. Is daar dan een les uit te trekken en is er iets te doen aan hoge inflatieverwachtingen?

Jazeker. Op meerdere momenten in de geschiedenis hebben overheden en Centrale Banken mechanismes ingezet om de inflatie tegen te gaan. Een van die manieren is om de rentes te laten stijgen. Door een stijgende rente wordt hetduurder om te lenen en is er dus ook minder vraag naar leningen. En dus ook minder geld dat er gecreëerd wordt en in omloop gebracht wordt.

Hogere rentes

Tegelijkertijd betekenen hogere rentes ook betere voorwaarden voor spaarders. En dus gaan mensen weer meer sparen, houden het geld waarvoor ze gewerkt hebben langer vast, geven hierdoor minder uit en is er zodoende minder vraag naar (consumptie)goederen en diensten. En dus tempert die combinatie van vraag en aanbod, de prijzen van onze producten en diensten.

Dat klinkt als een mooi mechanisme, toch? Waarom doen we dat nu niet dan, als we verwachten dat inflatie een probleem gaat worden straks? Dat zit zo:

Zodra de rentes omhoog gaan, worden niet alleen nieuwe leningen duurder, maar ook bestaande leningen die met variabele (korte termijn) rentes werken. De schuldenberg is op dit moment zo gigantisch hoog (door de historisch goedkope leningen, dus iedereen doet er gretig aan mee) dat zelfs een minimale verhoging van een procent of twee al desastreuze gevolgen zou hebben voor veel bedrijven en overheden. Want overheden hebben inmiddels wereldwijd ook historisch hoge schuldenlasten en kunnen dit in veel gevallen niet langer financieren.

Een race naar de bodem

Ok, dus we zitten met z'n allen op dit moment historisch in de schulden, tegen historisch lage rentes. Zowel overheden, bedrijven als particulieren. Daarbij loopt de economie niet lekker en hangt er een virus boven ons hoofd. Wereldwijd, niemand uitgezonderd.

Als we vervolgens de rente zouden verhogen, wordt de druk op alle aflossingen van die leningen te groot om nog te kunnen dragen. Dan zal de aflossing voor particulieren zwaarder gaan wegen op hun inkomen. En dus zullen ze minder gaan uitgeven, om de eindjes aan elkaar te knopen. En zullen veel bedrijven, maar ook overheden, zichzelf failliet moeten verklaren omdat ze het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Waardoor weer meer mensen zonder baan komen te zitten, minder inkomen hebben, minder uitgeven…. en down we go, on and on and on. Totdat we in een diepe depressie zitten.

Dat toekomstperspectief willen we met z'n allen niet aangaan. Eigenlijk al sinds 2008 niet. We blijven wereldwijd maar uitstel van executie toepassen, tot de aliens ons komen redden van onze eigen ellende. Nee, ok, niet de aliens. Maar het lijkt soms wel alsof we maar doorgaan met dit verhaal, in de hoop dat iets of iemand ons komt redden. We kunnen er niet meer uit namelijk. We zitten muurvast in een mechanisme dat we zelf hebben veroorzaakt en in stand houden.

Bron: Business Insider

The Great Reset

Linksom of rechtsom: het gaat ergens pijn doen. Of we trekken de pleister er nu in één ruk af en storten onszelf de komende tien jaar in een depressie. Of we blijven er wat zalf op smeren en slikken wat paracetamol, zodat we die pleister er later pas af hoeven trekken.

Misschien gaan we zelfs naar een wereld zoals het World Economic Forum ons al heeft gepresenteerd: één wereldregering om alles te kunnen coördineren en via verschillende wegen een “Great Reset” te realiseren. Ik weet niet voor welke oplossing ik liever zou gaan, maar het smaakt allemaal naar bedorven oesters wat mij betreft.

“Gelukkig” heb ik ook niets te kiezen in deze beslissing. Maar ik heb wel een keuze om niet volledig overgeleverd te zijn aan de beslissing van anderen.

📘 Lees er meer over in het boek van Klaus Schwab zelf, genaamd “COVID-19: The Great Reset

Wat kun je doen om jezelf te beschermen?

Nu kan het zijn dat je hoofd duizelt en je niet weet wat je nu zou moeten doen om straks niet aan het kortste eind te trekken. Allereerst moet ik zeggen dat ik niet de magische oplossing heb. Maar, ik kan je wel zeggen wat ik doe in deze rare tijd.

Ik realiseer me namelijk ook dat de kans groot is dat we straks hogere prijzen / meer inflatie krijgen dan nu het geval is. En de eerste tekenen zie je overal al: van alle dollars die ooit bestaan hebben, is meer dan 20% van die hoeveelheid in 2020 (uit het niets) gecreëerd. In de vorm van subsidies, leningen en giften. En er lijkt voorlopig geen eind aan te komen. Heeft President Biden er net een steunpakket van 1.900 miljard dollar doorheen gefietst, wordt er nu al gesproken over een steunpakket van 3.000 miljard dollar. Ik heb geloof ik een nieuwe rekenmachine nodig. Dit zijn onvoorstelbare en historische bedragen.

Bron: The New York Times

En ook in Europa doen we er vrolijk aan mee. We kunnen ook niet anders. Kijk alleen al naar onze Nederlandse NOW-regeling, die miljarden aan geld kosten. En dan is binnen Europa, onze economie er nog niet eens het slechtst aan toe. Ik zeg niet dat dit soort maatregelen goed of slecht zijn, maar het is onmiskenbaar een voorbode van de effecten die we op termijn zullen gaan ervaren. Het geld dat vandaag gecreëerd wordt, was gisteren nog niet in omloop en komt bovenop de reeds bestaande berg geld die de afgelopen jaren historische hoogtes heeft bereik.

  1. Veel hogere waarderingen van beleggingen en andere investeringen zien dan nu het geval is (asset inflatie)

… met uiteindelijk een grote kans dat dit hele experiment tot een eind komt en de waarde van alle producten, diensten en beleggingen via een enorme schok weer terug zullen keren naar relatief “eerlijke” waarderingen / prijsniveaus. Dan krijg je “deflatie”, de tegenhanger van inflatie dus. Met enorme verliezen, faillissementen en persoonlijke problemen tot gevolg.

Investeren in (hard) assets

Dus ik vlucht ook naar (hard) assets: goud, zilver, bitcoin. En zolang we gratis geld uitdelen in de wereld, schat ik in dat meer mensen blijven beleggen en meer bedrijven met gratis geld de marktkoersen op zullen blijven drijven. Ik moet wel vluchten in al deze investeringen, want ik wil in de toekomst er minstens zo goed aan toe zijn als vandaag. Minstens. Niet per se om er gierend rijk van te worden, maar in deze onzekere tijden vooral om mijzelf en ons gezin in de nabije toekomst tenminste het leven te kunnen geven wat we nu gewend zijn.

Ik beleg en investeer niet om straks meer avocado's of hamburgers te kunnen betalen. Maar wel om bijvoorbeeld later de studie van mijn dochter te kunnen betalen. Wanneer straks blijkt dat de kosten hiervoor, door inflatie, van €50.000 naar €100.000 is gestegen, dan wil ik liever nu actie ondernemen dan straks excuses maken. “Sorry schat, papa is ook maar een slachtoffer – net als jij. Avocado'tje dan maar?” 🤨

Conclusie

Misschien werk, spaar of beleg jij WEL voor avocado's – who knows. Iedereen is anders en heeft dus ook andere dromen en mogelijkheden tot z'n beschikking. En je kunt nou eenmaal niet met alles rekening houden in het leven. Al helemaal niet, omdat simpelweg de toekomst onbekend is.

Het gaat er wat mij betreft in grote lijnen om dat je je niet blind staart op kosten of jouw salaris, als losse elementen. Het gaat om de relatie tussen die twee. Kun je met een toekomstige groei in jouw salaris of inkomen straks betalen voor wat je nu op de planning hebt staan? Of doe je er goed aan dit aan te vullen met investeringen die tenminste meestijgen met de inflatieverwachtingen?

Ook al worden de boodschappen duurder, dat kan van tijdelijke aard zijn en zul je misschien niet eens zo erg merken. Maar hoe zit het met de dingen waar je voor spaart of belegt? Neem je die mee op basis van de huidige prijzen of kun je misschien voor jezelf doorrekenen wat je er in de toekomst mogelijk voor zult moeten betalen? En hoe zit het met jouw gezondheid en de verwachte stijging van de kosten voor de zorgverzekering? Gaan jouw kinderen straks een opleiding volgen en wil je hier misschien nu al voorbereidingen voor treffen?

Allemaal vragen die misschien nog maar deels te beantwoorden zijn op dit moment. Hoe dan ook: mocht je jezelf een plezier willen doen, hou dan de inflatie een beetje in de gaten de komende jaren en kijk of je wellicht iets kunt en wiltdoen aan jouw toekomstige koopkracht.

Gratis en meteen inspiratie krijgen?

Je krijgt direct toegang tot alle DLT Free artikelen én je ontvangt wekelijks een waardevolle nieuwsbrief. Volledig gratis.
Geweldig! Controleer je inbox en klik op de link om je abonnement te bevestigen.
Fout! Voer een geldig e-mailadres in