Na de magische formule van de vorige boekbespreking, zijn we nu aanbeland bij het maken van je eigen geldfabriekjes. En nee, dit is geen nieuwe uitvinding van Willie Wortel, maar de beleggingsstrategie van schrijver Steven Bavaria.
In The Income Factory vertelt hij dat hij zoveel mogelijk geldfabriekjes (lees: inkomensstromen) bouwt, om hier vervolgens mee te compounden.
Klinkt interessant? Laten we snel dieper ingaan op de Income Factory-strategie.
Wat ga je lezen?
Dit zijn de belangrijkste conclusies en inzichten:
Inkomen boven koerswinst
De Income Factory-strategie richt zich op het opbouwen van vermogen op de lange termijn. Maar in plaats van te kijken naar koerswinst, meet je die groei aan de hand van (passief) inkomen. Het hoofdidee: vermogensgroei bereiken puur door activa aan te houden die een hoge opbrengst (yield) genereren – en dat blijven doen. Zonder focus op dividendgroei of stijgende aandelenkoersen.
De groei regel je namelijk zelf. Het geld dat binnenkomt, gebruik je om nieuwe assets te kopen, die op hun beurt weer extra inkomen opleveren. Zo laat je het systeem zichzelf versterken.
Het doel: een rendement van zo’n 10% per ‘fabriekje’. Je zoekt dus echt in de wereld van hoogdividendaandelen, ‘junk’ bonds en andere instrumenten die relatief veel uitkeren aan de houder.
1. Focus op het creëren van inkomen en niet op geld verdienen met koerswinst.
2. Het inkomen uit beleggingen laten groeien door het binnenkomende geld zelf te herinvesteren. Groei van de inkomensbronnen zelf is niet per se nodig.
3. Het selecteren van activa/assets/instrumenten die minimaal 10% uitkeren aan jou als (aandeel)houder.
Niet beter, maar minder stressvol
Auteur en bedenker Steven Bavaria beweert overigens niet dat de Income Factory-strategie beter is dan andere strategieën. Hij belooft geen gouden bergen of snelle winsten. Wat hij wél stelt, is dat zijn aanpak een stuk minder stressvol is.
Door je te focussen op de inkomstenstroom uit je beleggingen – en niet op de marktprijs – haal je een hoop stress weg. Zeker in onrustige tijden of tijdens crashes. Zolang je assets inkomen blijven genereren, is er eigenlijk niets aan de hand.
Sterker nog: een crash of correctie is juist een kans om extra fabriekjes goedkoop op te pikken. Want een lagere koers betekent vaak een hoger dividendrendement.
Minder noodzaak actief de markt te volgen
Bij een Income Factory-portfolio is het niet nodig om de markt of je posities constant in de gaten te houden. Zolang het inkomen blijft binnenkomen, blijf je herinvesteren en dus groeien. Je zou het dividend zelfs automatisch kunnen laten herinvesteren.
Volgens Bavaria is het eindresultaat dan vrijwel gelijk aan een actief beheerd Income Factory-portfolio.
Risico’s in kaart
Maar natuurlijk in een Income Factory-strategie niet vrij van risico. Het grootste gevaar is dat het inkomen van bepaalde fabriekjes terugloopt of stopt. Dat gebeurt waarschijnlijk als:
- Een bedrijf het dividend vermindert of stopt.
- Een bedrijf zijn schuld of uitstaande obligaties niet meer kan betalen.
Om dit risico te verminderen is het belangrijk om verschillende activa aan te houden. Zo spreid je je risico. Typische bouwstenen die passen in de Income Factory zijn bijvoorbeeld:
- Aandelen met een hoog dividend
- Vastgoed
- Obligaties met een hoge rente
- Bedrijfsleningen
En ook binnen deze categorieën kun je natuurlijk weer spreiden. Denk aan bedrijven in verschillende sectoren en verschillende typen vastgoed. Maar ook andere bouwstenen kunnen prima. Zolang ze maar 10% uitkeren en deze uitbetaling lang kunnen volhouden.
Om de bouwstenen te vinden met een echte ‘high yield’ is het belangrijk contrair te durven zijn en vooral assets te kiezen die even niet goed in de markt liggen.
Bavaria omschrijft 2 belangrijke kwaliteiten van een Income Factory-belegger:
1. De bereidheid om de waarde van zijn portfolio te meten op basis van gegenereerd inkomen. In plaats van op basis van (waarde)groei van de aangehouden posities.
2. Het geduld om de inkomensstroom langzaam maar zeker te laten groeien, zonder te twijfelen als de waarde van het portfolio zelf flink achterblijft.
Best of both worlds: Income Factory Light
Echt hardcore Income Factory-beleggen is niet voor iedereen weggelegd. Gelukkig is er ook een middenweg: de Income Factory Light (IFL). Ideaal voor beleggers die het concept interessant vinden, maar niet all-in willen gaan. Je zoekt dan een balans tussen inkomensstromen en koerswinst, en/of bedrijven die hun dividend structureel verhogen.
Het doel? Een dividendrendement dat hoog genoeg is om je gerust te stellen als de markt tegenzit, maar zonder de kans op koerswinst te laten liggen tijdens een bullmarkt. Zo bouw je én inkomen op én profiteer je van waardestijging.
Qua dividendaandelen mik je dan bijvoorbeeld op 4 tot 6% rendement. Voorwaarde is dan wél dat het dividend jaarlijks wordt verhoogd.
Kleine waarschuwing achteraf
Tot zover de learnings uit het boek The Income Factory. Normaal sluit ik graag af met de tip om het boek zéker te lezen, maar in dit geval doe ik het tegenovergestelde. Het boek is echt gortdroog. Ik heb het met bijzonder weinig plezier gelezen – en dat terwijl het concept me juist wél aanspreekt.
Bavaria is geen vlotte schrijver en weet het verhaal helaas niet boeiend of luchtig neer te zetten. Alleen geschikt voor wie zich écht serieus wil verdiepen in deze strategie. Lezen dus op eigen risico!
Het is een kansrijk, maar ook volatiel jaar. Onze PLUS-leden zijn voorbereid voor maar een tientje per maand:
✓ Actueel inzicht in onze portfolio's
✓ Exclusieve, diepgaande analyses
✓ Volledig toegang tot de community